Looks are everything
Zó belangrijk is goed communiceren
Bij Lockefeer Communicatie & Creatie weten we dat een gezond bedrijfsimago staat of valt met goede, consistente communicatie. Dat dit niet alleen geldt voor ondernemingen, maar vanwege de korte felle duur ook voor verkiezingscampagnes, zien we nu duidelijk in de Verenigde Staten. De komende weken brengen we wat inzichten in hoe communicatie een campagne kan helpen, en hoe het er een om zeep kan helpen. Correspondent Hans van den Nieuwendijk volgt het nauwlettend.
Wat wil je communiceren?
Het is een vraag die een organisatie vrijwel altijd door een communicatiedeskundige gesteld krijgt. Wat is je bericht? Wat wil je communiceren? De boodschap moet duidelijk en eenduidig zijn. Het presidentiële debat van afgelopen nacht zat voor wat betreft beeldvorming en boodschap boordevol voorbeelden. Van hoe het wel en hoe het niet moet.
Hoe wil je het communiceren?
En we hebben het nu even niet over de verschillende media waarover je je boodschap wil verspreiden. Nee. We hebben het over uitstraling. Letterlijk. Hoe moet je voorman of –vrouw zich in de publieke arena manifesteren. Amerikanen zijn er doorgaans een kei in. Er zijn vele honderden debatclubs in de VS waar de nadruk uiteraard ligt op het overtuigen van je tegenstander of potentiële kiezers van jouw standpunt. Maar, looks are everything, en dus wordt veel tijd en aandacht besteed aan houding, betrokkenheid, oogcontact, articulatie noem maar op. Het is in deze supervisuele wereld zó belangrijk.
Het allereerste Amerikaanse debat op televisie, het debat tussen John F. Kennedy en Richard M. Nixon op 26 september 1960, liet letterlijk de kracht van het beeld zien. Radioluisteraars waren in de veronderstelling dat Nixon het debat had gewonnen. Maar televisiekijkers zagen een bleke, zwetende Nixon, soms schichtig om zich heen kijkend, tegenover een jong ogende, rustige en glimlachende Kennedy.
Het leerproces was net begonnen. Door de decennia aan verkiezingscampagnes heen struikelen kandidaten nog met enige regelmaat. President George H. Bush die tijdens het debat in 1992 desinteresse uitstraalde door op zijn horloge te kijken. Al Gore in 2000, luid zuchtend tijdens de antwoorden van zijn tegenstander George W. Bush. Diezelfde Bush vier jaar later, zichtbaar geïrriteerd over zijn lessenaar leunend.
De camera, én de microfoon, staan altijd, ALTIJD aan. En als dat niet zo is, ga er dan maar vanuit dat ze wel werken. Blijf altijd in je rol. Don’t lose your cool.
Donald Trump’s debatvoorbereiders hebben het erin proberen te rammen. En met enig effect. De eerste 45 minuten van het debat afgelopen nacht lieten een afgemeten, rustig sprekende Trump zien. Maar Hillary Clinton, met ruim dertig jaar politieke ervaring, grondig –psychologisch- onderzoek naar kandidaat Trump, wist op welke knoppen ze moest drukken. En dus zagen we wederom de wildzwaaiende, vinger wijzende, onderbrekende, snuivende, met de ogen rollende en geïrriteerde Trump de kop weer opsteken. De cool was er vanaf en de hoofdschuddende Trump kwalificeerde haar tegen het einde als ‘such a nasty woman’.
Het contrast met Clinton kon niet groter zijn. Vriendelijk lichte kleding, volzinnen, rustige bewegingen, neutrale uitstraling. Het straalt kalmte, vertrouwen en betrouwbaarheid uit. Het straalt het temperament van een president uit.
Maar… ondanks dat de meeste peilingen wijzen op een Clinton overwinning –en we hebben nog even te gaan- het politieke electoraat ís aan het veranderen. De ontevredenheid onder miljoenen Amerikanen is groot en dus gaat politieke correctheid overboord en ligt de weg open voor politieke buitenstaanders met overtuigingskracht, charisma en straight talk. Dit is niet meer politics as usual. De bravoure, de rauwe retoriek, de luidruchtige bully met grote gebaren vindt vruchtbare aarde. We weten over 19 dagen of dat voldoende is. Telt u mee?